Leestijd 6 - 7 min
“De Burcht heeft me gemaakt wie ik ben”
Na 22 jaar Teylingereind en De Burcht trekt Rob van Tricht eind augustus voor de laatste keer het hek achter zich dicht. Anke sprak met hem over volwassen worden, sport als een manier om een relatie op te bouwen en waarom hij toch geen vrachtwagenchauffeur is geworden.

‘Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ik er hier te laat bij was,’ zegt hij. ‘Dat ik eerder in de keten meer voor de jongeren kan betekenen. Nog voordat ze vast komen te zitten, bedoel ik dan. Ik wil dichterbij het vuur zitten. Daarom ga ik naar een praktijkschool om daar als teamleider onderbouw aan de slag te gaan. Daar ben ik bezig met kinderen van 13-14 jaar. Zoals het hier ook ooit was. Want ik kwam hier om met kinderen te werken. Nu zijn het vaak mannen van 20-22 jaar. Dat is toch anders.’

Rob van Tricht

Fantastisch leuke plek

‘Maar vertrekken doet ook een beetje pijn, hoor. Dit is een fantastisch leuke plek. Vind ik echt. Dus het heeft ook lang geduurd voor ik de knoop door heb gehakt. Tweeëntwintig jaar heb ik hier gewerkt. Eerst alleen in weekends, als sportbegeleider. Daarna als groepsleider en toen vrij snel door naar school. ‘Er kwam hier een maatje van mij binnen, Ben. Ik kende hem nog van het CIOS, die we allebei gedaan hadden. Hij werd sportdocent op school. Toen dacht ik: dat ga ik ook doen. Na een tijd kwamen er steeds meer coördinerende taken bij. Totdat uiteindelijk mijn functie werd. Al met al ben ik, denk ik, een jaar of zeven coördinator geweest.’

“Ik was zo jong toen ik hier aankwam”

‘De Burcht heeft me gemaakt wie ik ben. Ik was zo jong toen ik hier aankwam. Net vier jaar van school af. Ik was altijd een verlegen en stille jongen. Kom uit een heel stabiel gezin. Vaak hoor je dat mensen hier komen werken omdat ze een zelfde soort achtergrond hebben als de jongens. Dat was voor mij niet zo. Op het CIOS moest ik voor een groep leren staan en daardoor kwam ik voor het eerst een beetje uit mijn schulp. Nadat ik mijn diploma gehaald heb, ben ik gaan reizen. Ik heb toen veel van Azië gezien, bijvoorbeeld. Nadat ik hier kwam werken, was er nog weinig tijd voor reizen. En toen ik op een gegeven moment kindjes kreeg, was het helemaal voorbij.’

Zorg hebben voor elkaar

‘Waarom ik nou hier terecht gekomen ben uiteindelijk? Tja… ik wilde graag met kinderen werken. Ik had natuurlijk ook vrachtwagenchauffeur kunnen worden. Maar daar vond ik geen reet aan, haha. Ik ben hier gevormd. Als mens, als pedagoog en als collega. Ik leerde hier te kijken naar de kinderen en jongeren en te zien wat hun behoeften zijn. En die van de mensen waar je mee werkt. Ik leerde hier zorg voor elkaar te hebben. Dat maakt je volwassen.’

“Vrachtwagenchauffeur worden, daar vond ik geen reet aan”

‘Toen ik begon als sportdocent was er nog geen MBO2 Sport & Bewegen-klas. Die heb ik toen dus opgezet. Tijdens sport leer je zoveel over jongeren. Hoe ze zich verhouden tot elkaar, wat hun gedrag is, hoe ze naar de buitenwereld kijken en erin bewegen. Ik heb mooie dingen gezien. Er was bijvoorbeeld een jongen die een benard leven had geleid en een heftig delict had gepleegd. Drugs speelde een grote rol in zijn leven. Die jongen is zich hier op sport gaan storten, op fitness. Ik heb hem in 2,5 jaar tijd volledig zien veranderen. Uiteindelijk kon ik hem zelfs begeleiden bij een stage bij Fit4Free. Een paar jaar later kwam ik hem weer tegen hier. Niet omdat hij weer vast zat, gelukkig, maar omdat hij met zijn vriendin een open dag bezocht. Hij wilde haar laten zien hoe de plek was waar hij zijn leven weer op de rit gekregen had. Prachtig toch?’

Trots!

‘Er zijn zoveel succesverhalen. In mijn werkkamer bijvoorbeeld, is een grote muurschildering, gemaakt door Richart van YIP, samen met een jongere. Die jongen is met dat talent verder gegaan. Hij werkt nu voor Youth Lab als coach en is bezig om YIP-mentor te worden. Ik kijk daar dan naar en denk daar heb ik een aandeel in gehad. Dan ben ik wel trots hoor.’

“Dan denk ik trots: daar heb ik een aandeel in gehad”

‘Maar er zijn ook minder mooie dingen die ik nooit zal vergeten. Een aantal incidenten, bijvoorbeeld. Ik heb er in die jaren natuurlijk talloze meegemaakt. Maar er zijn een stuk of vijf die me, helaas, altijd bij zullen blijven. Want het kan heel pittig zijn. Incidenten met jongeren onder elkaar natuurlijk, maar vooral incidenten gericht tegen collega’s. Op de een of andere manier voelen die altijd nog heftiger.’

Samenwerking

‘Teylingereind heeft zo’n foto in de campagne met Pascal die zegt dat je weleens een pot pindakaas naar je hoofd gegooid krijgt. Dat klopt. En soms is het ook wel eens raak. Of erger. En dan moet je daarna toch elke keer weer door. Je moet die jongere weer een nieuwe kans geven. En dat doen we. Ik maak daar elke dag weer een diepe buiging voor, hoor. Het is zo moeilijk om op zo’n moment weer terug te keren naar jezelf. Naar De Bedoeling. De bedoeling van Teylingereind en de Aloysius Stichting natuurlijk, maar ook die van jezelf. Welke visie is er? Waarom kwam je hier werken en waarom kom je elke dag weer terug? Dan zie je hoe belangrijk samenwerking is. Met je directe collega’s, maar ook breder. School en Teylingereind onderling ook. We kunnen het alleen goed doen en volhouden als we het samen doen. Als we op elkaar kunnen steunen.‘

“Ik maak een diepe buiging voor collega’s die na een incident weer doorgaan”

‘Nieuwe medewerkers zou ik willen zeggen: om hier te kunnen werken, moet je plezier hebben in stoeien met straatgedrag, of probleemgedrag. Je moet de X-factor hebben. Je staande kunnen houden bij calamiteiten, kunnen de-escaleren en corrigeren zonder de relatie te verliezen. Want die relatie, dat is de sleutel. Daarom moet je scherp zijn op alle info. Jongeren echt horen, en aandacht geven. Dat hoeft niet groot. Gewoon op het juiste moment een knipoog of een duimpje omhoog. Soms even apart nemen. Daar zit het in.’

Sterke organisatie

‘En ik zou zeggen, maar dat geldt eigenlijk ook voor iedereen die hier al langer werkt, leer elkaar kennen. Leer de visie van Teylingereind en de visie van de Aloysius Stichting. Leer de cultuur van beide plekken kennen. Doe dat zonder oordelen en zoek waar we elkaar versterken. Want dat doen we. Er gaat zoveel goed. Door te focussen op wat er niet werkt, drijf je van elkaar af. Dan is het makkelijk om steeds naar de ander te wijzen: daar gaat het mis. Terwijl: juist in deze tijd hebben we elkaar nodig. Moeten we er samen uitkomen en elkaar vasthouden. Deel je kennis, je expertise, je passie met elkaar. Blijf dichtbij De Reden. Samen zijn we een sterke organisatie.’

“Juist in deze tijd hebben we elkaar nodig”

‘Wat ik het lastigst vind aan weggaan, is het soort van afscheid nemen van mijn directe collega’s. We hebben op De Burcht momenteel een heel erg mooi en divers team waar iedereen zich snel veilig in kan voelen. En er wordt gelukkig ook veel gelachen. Dat vind ik een absolute voorwaarde voor een leuke en energieke werkplek. En natuurlijk is het lastig dat ik nog geen opvolger heb. Het is voor De Burcht een moeilijk moment om iemand te vinden, doordat het bijna vakantie is. Nog los van dat het sowieso een heel krappe markt is nu. En om hier te kunnen werken, is het handig als je het reilen en zeilen een beetje kent. Daarom zoeken we nu naar een tijdelijke oplossing. En tegelijkertijd verder naar een duurzamer optie, maar die heb je niet een, twee, drie gevonden. Idealiter kan ik eind augustus nog een weekje alles overdragen. Mijn contract start 1 september, dus die ruimte is er nog. Ik hoop dat er tegen die tijd iemand is om dat aan te doen.’

auteur